BEROEPSETHIEK Voorwoord Ervan uitgaande dat de beoefenaars van een bepaald beroep zich bewust zijn van hun specifieke verantwoordelijkheid tegenover de medemens, is het vastleggen van ethische normen eigenlijk overbodig. Toch zijn het vaak de subtiele scheidslijnen tussen datgene wat de één nog wel toelaatbaar vindt en de ander niet meer, die het wenselijk maken normen te formuleren en te bekrachtigen. Voorts kan een bepaald handelen maatschappelijk correct zijn, terwijl de beroepsgroep haar normen hier en daar nog scherper wil stellen Deze beroepsethiek is een bevestiging van de opstelling van de podoposturaal therapeut tegenover maatschappelijke groeperingen en individuen. INLEIDING Ethiek is de wetenschap die de zeden bestudeert. Hieruit vloeit voort de beschrijving van de algemene geldende gedragsnormen binnen een willekeurige menselijke samenleving. Daarbij wordt aangegeven wat, in gebondenheid aan de heersende cultuur, zedelijk juist of onjuist is. Op grond van deze cultuurgebondenheid heeft de ethiek dus een dynamisch karakter, terwijl binnen het cultuurpatroon ieder mens zijn ethisch handelen aan eigen levensbeschouwing ontleent. Dit laatste dat de ethiek een beschrijving is van de regels waaraan het intermenselijk handelen gebonden is, in aanvulling op de vigerende wetgeving. Datgene wat strikt juridisch niet onjuist is, kan ethisch verwerpelijk zijn omdat het strijdig wordt geacht met de belangen van de betrokken gemeenschap. Ethische normen zijn derhalve op te vatten als een verfijning van de wetgeving, daarbij veelal betrekking hebbend op waarden van een hogere orde dan waar de wetgeving zich toe bepaalt. Ofschoon de levensbeschouwingen en daarmee de basis voor het ethisch handelen van verschillende bevolkingsgroepen uiteenlopen, is men het over een aantal beginselen toch zozeer eens, dat hierop zonder bezwaar de beroepsethiek voor de podoposturaal therapeut kan worden gebaseerd. Het spreekt derhalve vanzelf dat de opgestelde gedragsregels een nadere uitwerking zijn van ethische normen, waaraan het intermenselijk handelen als podoposturaal therapeut gebonden is, in aanvulling op de vigerende wetgeving. Voor de podoposturaal therapeut zijn dit met name de afspraken die de beroepsgroep binnen haar vereniging maakt en zal maken met latere wijzigingen en nog te treffen maatregelen met betrekking tot zijn beroep. Teneinde de belangen van een groep of persoon daadwerkelijk te kunnen beschermen is het tuchtrecht ingesteld. Het geheel dient evenwel gebaseerd te zijn op de, voor de betrokken gemeenschap, geldende ethiek; dit is dus het complex van normen in die gemeenschap gegroeid, vrijwillig aanvaard en beschreven. Deze bijzondere rechtspraak dient uitgeoefend te worden door een speciaal daartoe samengesteld tuchtcollege. N.B.: Overal in de tekst waar de mannelijke vorm wordt gebruikt, wordt ook de vrouwelijke vorm bedoeld. Beroepsethiek voor de podoposturaal therapeut. Op het moment dat voor het beroep podoposturaal therapeut van overheidswege, de tuchtrechtspraak zal zijn ingevoerd betekent dit deze al dan niet zal hebben te beoordelen of de podoposturaal therapeut zich tijdens de uitoefening van zijn beroep misdraagt danwel tekort schiet in de uitoefening van zijn beroep. Voorts is, uitgaande van het gegeven dat het Omni Podo Genootschap de organisatie is die de belangen van de patiënten, het beroep en haar beoefenaren beschermt, elk lid (podoposturaal therapeut) gehouden zich te conformeren aan de gedragsregels die het Omni Podo Genootschap als juist erkent; dit ter beoordeling van een daartoe ingestelde commissie c.q. de Algemene Leden Vergadering. De podoposturaal therapeut dient in overeenstemming met de ethiek te handelen onafhankelijk van het lidmaatschap van het Omni Podo Genootschap en onafhankelijk van een eventueel dienstverband. Dit laatste houdt in dat hij geen opdrachten zal aanvaarden die indruisen tegen de beroepsethiek en tevens dat hij zijn werkgever in voorkomend geval dient te attenderen op onethisch handelen ten aanzien van patiënten, collegae en stagiairs. Ook tegenover de verwijzend (huis)arts kent de podoposturaal therapeut deze verplichting indien hij meent dat de uitvoering van de verwijzing, zoals door de medicus gewenst, ethisch voor hem niet verantwoord is. In enig collegiaal verband werkzaam zijnde, waarbij elke podoposturaal therapeut zijn eigen verantwoordelijkheid draagt jegens de patiënt, is het niettemin wenselijk collegae (en eventuele medewerkers) op onethisch gedrag te attenderen. Dergelijke gedragingen schaden immers niet alleen de patiënt, de betreffende collegae en de naam van het betrokken werkverband, maar ook die van de gehele beroepsgroep. Het uitoefenen van de podoposturale therapie impliceert het bieden van hulp aan de medemens die op enigerlei wijze medische hulp behoeft, zodat deze zo volledig mogelijk zijn menselijk fungeren kan gewinnen of herwinnen. De podoposturaal therapeut biedt deze hulp voornamelijk in de vorm van podoposturale behandeling voor zover zijn beroepsbevoegdheden reiken. Waar de gezondheid naar lichaam en geest als één der hoogste waarden, soms zelfs de hoogste waarde, wordt beleefd, betekent dit dat de podoposturale hulp onontbeerlijk kan zijn, hetgeen op de podoposturaal therapeut ernstige verplichtingen en verantwoordelijk-heden legt. Voor optimale hulpverlening is het daarom noodzakelijk dat de podoposturaal therapeut met innerlijke bewogenheid zijn hulp behoevende medemens tegemoet treedt, echter zonder zich met hem emotioneel te identificeren. Zijn handelen zal derhalve geheel gebaseerd zijn op zijn verantwoordelijkheid jegens de patiënt. Bij al zijn handelen zullen de belangen van de patiënt prevaleren ongeacht diens ras, godsdienst, opvattingen of welke antecedenten dan ook; ongeacht ook of de patiënt reeds tot zijn patiëntenkring behoort danwel zich tot hem wendt met het verzoek tot zijn patiëntenkring te worden toegelaten. Uit deze verantwoordelijkheid vloeit ook voort dat de podoposturaal therapeut verplicht is zijn vakkennis en vakkundigheid op een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Daarbij zal zijn verdieping in een deelgebied de brede kijk op het totale vakgebied niet mogen beperken; de podoposturaal therapeut zal immers te rechter tijd van andere mogelijkheden dan de eigen kundigheden gebruik moeten maken, of ter zake advies van een collega moeten vragen of dienen te verwijzen naar een collega met bijzondere specifieke kundigheden. Deze verantwoordelijkheid noodzaakt de podoposturaal therapeut tevens de verworven vakbekwaamheid te allen tijde ten behoeve van elke patiënt ten volle aan te wenden. De podoposturaal therapeut zal dit in de ruimste zin dienen op te vatten. Wanneer de podoposturaal therapeut werkt ingevolge een verwijzing, houdt dit in dat zijn handelen ten aanzien van de patiënt altijd plaats vindt in relatie tot het handelen van degene die verwijst. Voorts zal verschil in opvatting tussen diverse medici onderling of tussen medicus en podoposturaal therapeut over de behandeling van de patiënt nooit mogen leiden tot wijziging in de behandeling zonder voorafgaand overleg met de verwijzend arts. Mede hierom dient de podoposturaal therapeut zich te onthouden van het verstrekken van informatie aan de patiënt waarvan hij weet of kan vermoeden dat de verwijzend medicus deze opzettelijk voor de patiënt heeft verzwegen. Naast de wettelijke verplichtingen die uit het verwijzen voortvloeien is het in het belang van de patiënt steeds zodanig op te treden dat bij de patiënt geen twijfel kan rijzen omtrent de persoon of de deskundigheid van de verwijzend medicus, noch omtrent de juistheid van de verwijzing. In dezelfde geest dient de podoposturaal therapeut, praktijkhouder of afdelingshoofd, te handelen indien het zijn medewerker(s) of diens (hun) waarnemer(s) betreft: er dient geen twijfel over te bestaan dat zij evenwaardige therapeuten zijn. Moeilijker ligt dit ten aanzien van stagiairs in opleiding voor het beroep van podoposturaal therapeut. Het is onjuist opzettelijk voor de patiënt te verhullen dat deze door een stagiair behandeld wordt. De begeleiding van de stagiair dient echter zodanig direct en intensief te zijn dat deze doeltreffend en zeker te werk kan gaan en de patiënt ervan overtuigd kan zijn alle noodzakelijke aandacht te krijgen. Het is duidelijk dat in alle gevallen van praktijkwaarneming, maar ook bij andere contacten met patiënten onder behandeling van collegae, of onder behandeling van een collega geweest, elke opmerking of handeling die de relatie tussen de patiënt en de betrokken collega kan schaden, achterwege dient te blijven. Vanzelfsprekend is dat een wederzijdse verplichting tussen de waarnemer en de collega voor wie men waarneemt. Waarnemen houdt tevens in dat de podoposturaal therapeut zo nauwkeurig mogelijk de aanwijzingen van zijn collega zal volgen en elke wijziging die op dat moment niet strikt noodzakelijk is ten behoeve van de patiënt, achterwege zal laten. Hij zal de behandeling dus zoveel mogelijk in de geest van de afwezige collega dienen te geven. Heeft men als waarnemer een geheel andere visie op het benaderen of behandelen van de patiënten, dan is het zeer juist dit met de betreffende collega te bespreken. Waar de podoposturaal therapeut in ruimer teamverband werkzaam is, hetzij met meerdere medici, paramedici, danwel beoefenaar van geheel andere beroepen, gelden ten aanzien van bedoelde teamgenoten vanzelfsprekend dezelfde ethische normen: ondermijnen van vertrouwen, schaden van aanzien wordt te allen tijde nagelaten. Samenwerking stelt echter niet alleen eisen aan de vertrouwenssfeer. De podoposturaal therapeut dient alle maatregelen die zijn teamgenoten ten aanzien van de patiënt hebben getroffen, te bestendigen. Onverschillig of dit een maatregel van curatieve, verzorgende, recreatieve, pedagogische, educatieve of welke aard dan ook was. Hij zal slechts interveniëren voor zover nodig en verantwoord en voor de duur van zijn behandeling. Daarna zal hij de aangetroffen situatie dienen te herstellen, tenzij dit duidelijk in strijd is met de onmiddellijke belangen van de patiënt. In dat geval zal hij de wijziging echter zo tactvol dienen in te stellen dat aan de waardigheid van het teamlid geen afbreuk wordt gedaan; tevens zal hij het betrokken teamlid hiervan in kennis stellen. Indien mogelijk zal eerst overleg worden gepleegd met het teamlid, opdat deze zelf de gelegenheid krijgt corrigerend op te treden. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de patiënt is de podoposturaal therapeut gehouden met degene die verwijst, ofwel met andere teamgenoten, overleg te plegen; temeer indien hij meent dat zijn of hun handelingen, of het nalaten daarvan, de belangen van de patiënt schaden of zouden kunnen schaden. In dit ongunstige geval en indien het onmogelijk is gebleken in goed overleg tot overeenstemming te komen, dient bemiddeling van derden te worden ingeroepen. Ongeacht vorenstaande zal de podoposturaal therapeut zich binnen het kader van zijn bevoegdheden volledig voor de patiënt blijven inzetten. Ook indien een verzoek tot behandeling een therapie inhoudt waarvan de podoposturaal therapeut de uitvoering onverantwoord of niet adequaat acht, zal hij in eerste instantie in overleg treden met de verwijzend medicus; meent hij desondanks dat de behandeling niet verantwoord is dan zal hij, zonder evenwel de patiënt te verontrusten, de behandeling uitstellen. Overleg, zonodig met bemiddeling, dient onverwijld plaats te vinden. Leidt dit niet tot resultaat en is het de therapeut naar eer en geweten niet mogelijk de behandeling uit te voeren, dan is hij verplicht de patiënt terug te verwijzen. De medicus moet hiervan op de hoogte worden gesteld, waarbij de motieven op grond waarvan de beslissing werd genomen, worden aangegeven. Elke podoposturaal therapeut neemt op enigerlei wijze kennis van feiten van vertrouwelijke aard; gewild of ongewild door de patiënt. Te allen tijde zal hij dit vertrouwen dienen te respecteren. Slechts indien hij ervan overtuigd is dat de belangen van de patiënt of zijn omgeving er nadrukkelijk mee gediend zijn, zal hij, indien ook maar enigszins mogelijk in overleg met de patiënt, van deze vertrouwelijke gegevens mededeling doen aan derden. De interpretatie van het voorgaande legt een zware verantwoordelijkheid op de podoposturaal therapeut; hij zal één en ander ook met de grootste omzichtigheid dienen te hanteren. De behandelsituatie eist een zodanige relatie tussen podoposturaal therapeut en patiënt dat de patiënt zich zonder terughoudendheid aan de zorg van de podoposturaal therapeut zal willen toevertrouwen. Dit impliceert de noodzaak van vertrouwen in de podoposturaal therapeut als vakman voor zover het te behandelen lijden van de patiënt betreft; van vertrouwen in de podoposturaal therapeut als mens omdat juist de mens als patiënt in zijn mens-zijn meer kwetsbaar is. Deze kwetsbaarheid, dit vertrouwen en dikwijls een zeker gevoel van afhankelijkheid, leggen extra verantwoordelijkheid bij de podoposturaal therapeut. Hij dient zich te realiseren dat mensen, in die situatie, eerder bereid kunnen zijn meer van zichzelf prijs te geven of meer van hem te vragen, dan buiten de behandelsituatie het geval zou zijn. Met name zal de therapeut moeten waken voor verbale of lijfelijke intimiteit, zeker wanneer daarbij tegemoet gekomen wordt aan eigen gevoelens., Het maximaal naderen met behoud van distantie* dient te allen tijde te worden gehandhaafd, zodat al het besprokene, alle handelingen de toets van derden kunnen doorstaan. De podoposturaal therapeut zal hier uiterst zorgvuldig mee om moeten gaan, teneinde zowel de patiënt als zichzelf te behoeden voor, mogelijk later optredende, gevoelens van spijt, schuld of rancune. * vrij naar Prof. H.C.R. Rümke: totus sed non totaliter Hij dient zich te realiseren dat bij patiënten na verloop van tijd, spontaan of onder invloed van relaties, het besef kan doordringen dat door de podoposturaal therapeut of door henzelf op dat moment grenzen zijn overschreven die zij in normale sociale omstandigheden zeker aan hun tolerantie danwel aan eigen handelen zouden hebben gesteld. Daar het wederzijds vertrouwen als een wezenlijk deel van de behandeling moet worden gezien, is het duidelijk dat, wanneer in een inrichting meerdere podoposturaal therapeuten werkzaam zijn, het behandelen van dezelfde patiënt desondanks steeds door dezelfde podoposturaal therapeut dient te geschieden, tenzij de continuïteit van de behandeling hierdoor te veel in het gedrang komt. Het feit dat de patiënt zich aan de podoposturaal therapeut toevertrouwt, houdt evenwel niet in dat de podoposturaal therapeut daarmee een soort beschikkingsrecht heeft verworven over de patiënt. Hij dient nimmer uit het oog te verliezen dat er van mens tot mens van geen andere dan een gelijkwaardige relatie sprake mag zijn. Met het voorgaande is tevens het recht van de patiënt op vrije keuze van de podoposturaal therapeut erkend. Het recht van de patiënt op vrije podoposturaal therapeutkeuze houdt tevens in dat hem niet kan worden ontzegd aan zijn voorkeur voor een waarnemer of medewerker gevolg te geven. De podoposturaal therapeut zal echter, alvorens hij een patiënt accepteert die hij als waarnemer of medewerker van een collega heeft behandeld, het volgende in acht te nemen: is de patiënt nog onder behandeling van de collega, dan zal de podoposturaal therapeut in de eerste plaats trachten de patiënt te bewegen zich tot zijn oorspronkelijke keuze te bepalen. Gaat de patiënt niet akkoord dan kan, doch bij voorkeur met kennisgeving aan de collega, de patiënt worden geaccepteerd. De patiënt zal echter bij toetreding tot de praktijk in geen enkel opzicht worden bevoorrecht. Betreft het een andere aandoening, of is de afgelopen behandeling in goed overleg tussen patiënt en collega beëindigd, dan is er geen bezwaar de patiënt in behandeling te nemen. In dit verband zij nog opgemerkt dat het ‘wervend benaderen’ of ‘meenemen’ van patiënten door een ex-waarnemer of ex-medewerker te allen tijde laakbaar is. Het recht op vrije podoposturaal therapeutkeuze houdt tenslotte ook in dat de patiënt zijn relatie met de behandelend podoposturaal therapeut kan verbreken. Uitgaande van het feit dat de behandeling noodzakelijk zal zijn, is elke andere podoposturaal therapeut gehouden deze patiënt volgens de bij hem gangbare procedure in behandeling te nemen. Het feit dat de behandeling reeds was aangevangen houdt derhalve niet in dat acceptatie met voorrang, waardoor mogelijk een andere patiënt wordt gedupeerd, noodzakelijk is. In het belang van de patiënt zal elke podoposturaal therapeut, uit wiens praktijk een patiënt vertrekt, zijn collega desgewenst alle noodzakelijke inlichtingen verstrekken. Het is duidelijk dat dit niet zonder meer verwacht kan worden met betrekking tot de niet-medische vertrouwelijke gegevens. Het verstrekken van inlichtingen aan collega’s in het algemeen, bijvoorbeeld in de zin van publicaties in vakbladen van nieuwe methoden en belangwekkende resultaten behoort zonder voorbehoud te geschieden. Het is in strijd met de belangen van de patiënt om kennis omtrent behandelingsmogelijkheden, ook kleine vondsten de dagelijkse praktijk betreffende, te beperken tot een kleine kring van toevallige relaties of tot zichzelf. Met betrekking tot het maken van reclame zij verwezen naar artikel 24) van het Huishoudelijk Reglement: het is ieder lid toegestaan of te publiceren conform de gestelde richtlijnen. Bij overtreding hiervan zullen sancties plaatsvinden. Waar vergelijking met andere (para)medische disciplines onontkoombaar is, zal hij zich dienen te beperken tot objectieve beschouwing en zich onthouden van het geven van een waardeoordeel. Gesteld kan worden dat al zijn schrijven, spreken of handelen dat in de openbaarheid komt of kan komen in geen enkel opzicht het aanzien van het medische- of paramedische beroep of diens beoefenaar mag schaden, of de schijn mag wekken dit te doen. Dat ‘schaden in aanzien’ niet slechts veroorzaakt wordt door onjuist handelen, doch evenzeer door nalaten van datgene waartoe men verplicht is krachtens wet of ethiek, is buiten twijfel. Misbruik van de vrijheid inzake instelling van de therapievorm naar aard, frequentie en duur op grond van bevoegdheden, de podoposturaal therapeut door het Omni Podo Genootschap gegeven, leidt onvermijdelijk tot devalueren van het aanzien van het beroep. Zo ook de gehanteerde prijzen, deze dienen afhankelijk van bedrijfskosten en geleverde deskundigheid, niet van een zodanige aard zijn, dat zij als extreem kunnen worden aangemerkt. Het is, om de vrije marktwerking te waarborgen, verboden om onderlinge prijsafspraken te maken. Wel is het de podoposturaal therapeut toegestaan om te onderzoeken welke tarieven er door zijn collegae worden gehanteerd en daarop, rekening houdende met zijn eigen situatie, zijn tarieven op af te stemmen. Ook bij verkoop van een praktijk zal de praktijkhouder zich niet uitsluitend laten leiden door financiële overwegingen. Het is immers in ieders belang de praktijk te verkopen aan degene die als persoon het best in de patiëntenkring past. Hij is daarbij ook gehouden de continuïteit van de praktijk zo goed mogelijk te verzekeren. Hij zal dus de opvolgende collega volledig dienen in te lichten omtrent de gebruikelijk gang van zaken in de praktijk, omtrent de patiënten, instanties waarmee relaties worden onderhouden, de gebruiken in de betrokken afdeling enz. Indien ook maar enigszins mogelijk dient de podoposturaal therapeut zijn opvolger persoonlijk bij patiënten, medici, collega’s en anderen te introduceren. Wanneer een podoposturaal therapeut zijn medewerking verleent aan andere dan podoposturale instellingen of deze zelf exploiteert, zal hij deze werkzaamheden duidelijk gescheiden dienen te houden van zijn beroep en zeker zijn beroep niet vermelden teneinde deze instelling een bepaald cachet te verlenen. Naast ‘schaden in aanzien’ kan er sprake zijn van ‘schade in materiele zin’. In dit verband zijn genoemd het waarnemen in en het overnemen van een bestaande praktijk. Het is duidelijk dat in beide genoemde gevallen de waarnemer of de gegadigde gegevens ter inzage krijgt die strikt geheim dienen te blijven en die hij nimmer te eigen bate of ten bate van derden mag gebruiken. In het tweede geval moet worden opgemerkt dat, hoewel het recht tot vestiging, waar dan ook, niemand kan worden ontzegd, het niet getuigt van ethisch handelen wanneer men zich zodanig vestigt dat een collega hierdoor direct en blijvend in zijn bestaan wordt bedreigd. Een zodanige vestiging is slechts te rechtvaardigen indien in de betreffende regio duidelijk behoefte is aan verbetering van de bestaande situatie. De continuïteit in de relatie therapeut / patiënt wordt gediend met de zorg voor waarneming. Onder alle omstandigheden dient de verantwoordelijk podoposturaal therapeut erop toe te zien dat de relatie volledig tot zijn recht komt en derhalve niet zonder dwingende noodzaak wordt onderbroken. Uit het voorgaande moge blijken dat bedrijfsvoering en ethisch handelen ten opzichte van patiënten, collegae en andere medewerkers nauw met elkaar verbonden zijn. Zo zal de patiëntenzorg er ook alleszins mee gediend zijn dat de betrokken hulpverleners zich niet alleen in hun menselijke therapeutische waardigheid gewaardeerd en gerespecteerd weten, maar ook dat zij zich in een goede en stabiele werksfeer volledig kunnen ontplooien. Hoewel dit in eerste instantie de taak is van de leidinggevende podoposturaal therapeuten, behoort het tot de verantwoordelijkheid van de (collegae)-medewerkers een hierop gericht beleid mogelijk te maken. De podoposturaal therapeut in dienstverband, voor zover niet reeds per contract gebonden aan het afzien van vrije praktijkvoering, zal nimmer op grond van zijn door het dienstverband verkregen patiëntenrelaties, een bevoorrechte positie nastreven ten opzichte van zijn vrijgevestigde collega’s. Het in behandeling houden van een patiënt, uit een inrichting ontslagen waaraan deze podoposturaal therapeut is verbonden, zal slechts dan gerechtvaardigd zijn indien de patiënt daartoe de wens te kennen geeft en indien aan de wettelijke normen kan worden voldaan. Ook de relatie met artsen of specialisten, uit het dienstverband verkregen, zal nimmer opzettelijk worden aangewend teneinde zich van patiënten in eigen praktijk te verzekeren. Indien de podoposturaal therapeut besluit tot het doen van wetenschappelijk onderzoek dient hij zich te realiseren dat zijn opleiding daartoe in het algemeen onvoldoende is. Hij moet daarom zorgdragen voor nascholing en / of medewerking ofwel begeleiding en een, ter zake van medisch wetenschappelijk onderzoek, deskundige en mogelijk daarenboven van een methodoloog en / of statisticus. Er dient immers voor de patiënt de grootst mogelijke zekerheid te zijn dat het onderzoek niet alleen met betrekking tot het welzijn verantwoord is, maar ook dat het gestelde doel bereikt wordt. Ook wanneer de podoposturaal therapeut besluit zijn medewerking te verlenen aan een door anderen opgezet onderzoek, dient hij zich ervan te overtuigen dat aan eerder geschetste eisen wordt voldaan. Het moge duidelijk zijn dat de patiënt slechts verzocht kan worden deel te nemen aan het onderzoek. Daarbij zal hem in grote lijnen moeten worden uitgelegd wat het doel is van het onderzoek en welk risico hij daarbij loopt. Het eerste uiteraard niet verder dan dit wenselijk is in verband met de betrouwbaarheid van het onderzoek. Deze afweging vraagt de nodige zorgvuldigheid. Bij het toepassen van behandelvormen waarvan de doeltreffendheid nog onvoldoende op de reguliere opleiding of in de literatuur is aangegeven, dient de podoposturaal therapeut de patiënt hierover van tevoren in te lichten. Behandeling met een dergelijke methode is daarmee dus nadrukkelijk afhankelijk van de toestemming van de patiënt. In alle gevallen waarin niet werd voorzien, dient de podoposturaal therapeut te handelen in de geest van deze beroepsethiek. Ethiek voor de stagiair - podoposturaal therapeut Het zou vreemd zijn wanneer er voor de stagiair – podoposturaal therapeut geen, of geen eigen, ethiek zou gelden. Dit immers zou betekenen dat de stagiair direct na het verkrijgen van de bevoegdheid geconfronteerd wordt met de opvattingen en afspraken waar hij tot dan geen idee van zou hebben. In dat geval zou de opleiding in haar taak, de student uiteindelijk aan het werkveld te presenteren als beginnend beroepsbeoefenaar, tekort geschoten zijn. Maar bovendien, ook de leertijd in het werkveld behoort niet alleen een vaktechnische scholing te zijn maar dient eveneens bij te dragen tot de attitudevorming. Niets ligt dus meer voor de hand dan dat de stagiair van de aanvang van zijn studie af, kennis zal nemen van de geschreven ethiek voor de podoposturaal therapeut. Opleiding en werkveld hebben hierin een voorlichtende en begeleidende taak. Duidelijk is evenwel dat de vigerende ethiek niet in volle omvang op de stagiair van toepassing kan zijn. De positie van de stagiair wordt immers gekenmerkt door een specifiek relatiepatroon, met name ten aanzien van zijn directe begeleider, maar ook ten aanzien van diens collega’s en andere medewerkers in de praktijk, de afdeling, de instelling. Door het ontbreken van een dienstverband en het bestaan van een leerling – meester verhouding is er sprake van een bepaald rollenpatroon met eigen normen. Mede als basis voor deze normen zal dienen de samenwerkingsovereenkomst die er bestaat tussen het stageverlenende instituut en de onderwijsinstelling, al of niet schriftelijk vastgelegd. In deze overeenkomst zijn de wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot de stage van beide instellingen beschreven. Deze overeenkomst vormt tevens de basis voor de zogenaamde stage – overeenkomst, inhoudende de afspraken die gemaakt worden tussen de beide instellingen en de stagiair. Een tripartiete overeenkomst dus die eveneens schriftelijk kan worden bevestigd voor de duur van elke stageperiode. Geen misverstand mag erover bestaan dat de stagiair tegenover de patiënt moreel dezelfde verantwoordelijkheden draagt als zijn begeleider. Hij is in rechten en plichten als het ware diens vervanger; één en ander mede afhankelijk van de fase van ontwikkeling van de stagiair en met de begeleider gemaakte afspraken inzake zijn vrijheid van handelen met betrekking tot behandelvoorschrift, behandelplan, voortgang van de behandeling, rapportage, externe contacten enzovoorts. Op het moment echter dat de stagiair weet of vermoedt dat hij in gebreke blijft of dreigt te blijven zal hij zijn begeleider raadplegen. Het raadplegen van de begeleider is steeds de eerste plicht van de stagiair zodra hij twijfelt aan de juistheid van zijn handelen en zijn verhouding ten opzichte van patiënten, aanstaande collega’s, medestagiair(s), afdelingsorganisatie, andere disciplines, regels en gebruiken van ‘het huis’. Het begrip ‘juistheid’ is in dit verband relatief omdat het gerelateerd is aan wat ter plaatse als juist wordt gezien. Dit kan de stagiair in problemen brengen in verband met zijn eigen opvattingen. Hij zal echter ook het recht op ‘eigenheid in opvattingen’ van het stageadres dienen te erkennen van deze, indien ook maar enigszins mogelijk, respecteren. Is hem dit onmogelijk, dan zal hij dit met zijn stagebegeleider en eventueel stagedocent bespreken. Leidt dit niet tot een oplossing dan zal hij hieruit de consequenties moeten trekken. Vervanger zijn van de stagebegeleider in rechten en plichten, zonder evenwel nog podoposturaal therapeut te zijn, wel met de bedoeling dit te worden, heeft consequenties. Bijvoorbeeld voor de verhouding begeleider – stagiair is de stagebegeleider gehouden voor de stagiair een gunstige leersituatie te scheppen en hem door voorbeeld, aanwijzingen, opdrachten en dergelijke de gelegenheid te bieden zich te vormen. De stagiair zal ook zijnerzijds alles in het werk stellen om een gunstig leerklimaat te scheppen door zich, voor alles, begeleidbaar op te stellen, duidelijk te maken wat zijn problemen zijn en eventuele ideeën aan te dragen die het leerproces ten goede komen. Het recht op privacy van de patiënt kan soms aanleiding geven tot een, in zich, strijdige situatie. Enerzijds is er de plicht van de stagiair voortvloeiend uit de belofte tot geheimhouding waarvan de podoposturaal therapeut, wiens ‘vervanger’ hij is, is verbonden. Deze belofte luidt: ‘Ik beloof, dat ik geheim zal houden al hetgeen mij in de uitoefening van het beroep van podoposturaal therapeut als geheim is toevertrouwd of wat daarbij als geheim te mijner kennis is gekomen of waarvan ik vertrouwelijk karakter moet begrijpen’. Anderzijds is er de plicht van de stagiair ten opzichte van de begeleider hem over de gang van zaken met betrekking tot de patiënt op de hoogte te houden; de begeleider behoudt immers de eindverantwoordelijkheid voor de behandeling van de patiënt. Daar komt bij dat de stagiair in het algemeen geacht kan worden minder levenservaring te hebben dan de begeleider. Zeker heeft hij minder ervaring als hulpverlener in de podoposturale beroepssituatie. Dit verkleint de kans dat de stagiair met de verkregen gegevens op de juiste wijze zal omgaan. Tenslotte: de stagiair zal waarschijnlijk beter leren de vertrouwelijke gegevens van patiënten naar waarde te schatten en er mee om te gaan wanneer hij dit doet in samenspraak met zijn begeleider. Deze openheid is mogelijk wanneer de patiënt er bij de aanvang van de behandeling op is gewezen dat deze openheid een consequentie is van de behandelsituatie, de patiënt bovendien in voorkomend geval hiervoor toestemming gevraagd wordt. Wanneer de patiënt desondanks verzoekt om geheimhouding zal de stagiair in beginsel slechts van deze situatie melding maken bij zijn begeleider. Tenslotte zij hier nog verwezen naar de navolgende regels met betrekking tot vertrouwelijke gegevens, zoals vermeld in de beroepsethiek podoposturaal therapeut: ‘Elke podoposturaal therapeut neemt op enigerlei wijze kennis van feiten van vertrouwelijke aard gewild of ongewild door de patiënt. Te allen tijde zal hij dit vertouwen dienen te respecteren. Slechts indien hij ervan overtuigd is dat de belangen van de patiënt of zijn omgeving er nadrukkelijk mee gediend zijn, zal hij, indien ook maar enigszins mogelijk in overleg met de patiënt, van deze vertrouwelijke gegevens mededeling doen aan derden. De interpretatie van het voorgaande legt een zware verantwoordelijkheid op de podoposturaal therapeut; hij zal één en ander dan ook met de grootste omzichtigheid dienen te hanteren’. In alle gevallen waarin niet werd voorzien, dient de stagiair podoposturaal therapeut te handelen in de geest van deze ethiek. Algemene gedragsregels. 1. De podoposturaal therapeut zal, voor zover zijn beroepsbevoegdheid reikt, er naar streven elke patiënt de meest adequate behandeling te geven. De podoposturaal therapeut behandelt ingevolge verwijzing door een praktijk uitoefende arts of tandarts, maar kan ook direct op verzoek van de patiënt deze, na een gedegen onderzoek, behandelen. 2. De podoposturaal therapeut zal de grenzen van zijn beroep t.o.v. andere deskundigen, werkend op het terrein van de volksgezondheid, in acht nemen. Hij onthoudt zich bij de uitoefening van zijn beroep van handelingen en uitspraken, welke gelegen zijn buiten het terrein van zijn eigen deskundigheid en/of bekwaamheid. 3. De podoposturaal therapeut zal feiten van vertrouwelijke aard, aan hem toevertrouwd, te allen tijde dienen te respecteren. 4. De podoposturaal therapeut behoort zijn kennis en vaardigheden op peil te houden. 5. Nieuwe kennis of behandelmethoden zal de podoposturaal therapeut niet voor zichzelf houden. Hij zal deze op daartoe geëigende wijze ter beschikking stellen aan collegae, zodat zoveel mogelijk patiënten ervan kunnen profiteren. 6. Verdieping in een bepaald gebied van de podoposturale therapie zal de brede kijk op het totale vakgebied niet mogen beperken. De podoposturaal therapeut zal immers, indien gewenst, van andere podoposturaal therapeutische mogelijkheden dan van zijn specifieke bekwaamheden gebruik moeten kunnen maken of dienen te verwijzen naar een collega, met (eventueel) andere specifieke bekwaamheden. 7. De podoposturaal therapeut dient bij het plaatsen van advertenties en/of het plaatsen van redactionele artikelen in dag-, weekbladen en vaktijdschriften er rekening mee te houden dat deze vakinhoudelijk correct zijn. Het is niet toegestaan daarbij vergelijkingen en/of vermeldingen te doen die schadelijk kunnen zijn voor de beroepsgroep en/of collegae. 8. De podoposturaal therapeut zal geen behandelingen verrichten, welke in strijd zijn met zijn beroepsethische opvattingen of met de gedragsregels welke voor de podoposturale therapie gelden. 9. In die gevallen waarin de gedragsregels niet voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de podoposturaal therapeut in de geest hiervan te handelen. 9.a. De podoposturaal therapeut zal zich onthouden van het indienen van declaraties bij zorgverzekeraars betreffende de behandeling van eigen kinderen of zijn of haar partner, tenzij op verwijzing van huisarts of ander specialistisch behandelende arts. Gedragsregels tot patiënten 10. De podoposturaal therapeut zal de gegevens van het onderzoek, behandeling en resultaat vastleggen volgens het protocol zoals dit door het Omni Podo Genootschap is voorgeschreven. Patiënt is gerechtigd om te allen tijde inzage in zijn dossier te krijgen en kan desgewenst (tegen eventuele vergoeding) een kopie hiervan eisen. 11. De podoposturaal therapeut dient grote zorgvuldigheid te betrachten ten aanzien van het lichamelijk onderzoek. Met dien verstande, dat hij zich dient te onthouden van zowel ongebruikelijke en grensoverschrijdende (seksueel getinte of als zodanig op te vatten) uitspraken en handelingen, alsmede handelingen waarbij sprake is van lichamelijke aanraking die in strijd zijn met de algemene normen en niet worden gedoceerd in de door het O.P.Gen erkende opleiding tot podoposturaal therapeut. 12. De podoposturaal therapeut zal het recht van vrije podoposturaal therapeuten keuze van de patiënt eerbiedigen. Het recht op vrije podoposturaal therapeuten keuze houdt eveneens in dat de patiënt zijn relatie met de behandelend podoposturaal therapeut kan verbreken. Uitgaande van het feit dat de behandeling noodzakelijk zal zijn is elke andere podoposturaal therapeut gehouden deze patiënten volgens de bij hem gangbare procedure in behandeling te nemen. Het feit dat de behandeling reeds was aangevangen houdt derhalve niet in dat de acceptatie met voorrang noodzakelijk is. 13. Het recht van de patiënt op de vrije podoposturaal therapeut keuze houdt tevens in, dat de patiënt zijn voorkeur kan uitspreken voor een bepaalde collega – podoposturaal therapeut en dat daaraan gevolg wordt gegeven binnen de grenzen van de mogelijkheden. 14. De podoposturaal therapeut zal in zijn behandeling en advisering rekening houden met de levensbeschouwelijke opvattingen en het cultuurpatroon van de patiënt. Bij al zijn handelen zullen de belangen van de patiënt prevaleren, ongeacht of de patiënt reeds tot zijn patiëntenkring behoort danwel zich tot hem wendt met het verzoek tot zijn patiëntenkring te worden toegelaten. 15. De podoposturaal therapeut behoort de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt te respecteren. Hij heeft de plicht in samenwerking met de patiënt gestalte te geven aan de bevordering of het herstel van de gezondheid van de patiënt. Hieronder wordt mede verstaan een vermindering van pijn dan wel, bij ziekte of gebrek, behoud van een zo goed mogelijke lichamelijke toestand. 16. De podoposturaal therapeut zal de patiënt of diens (wettelijke) vertegenwoordiger op een voor hem begrijpelijke wijze op de hoogte stellen van het doel van de therapie en de wijze waarop deze wordt toegepast. Het bovenstaande geldt eveneens voor eventuele wijzigingen in de behandeling. 17. De podoposturaal therapeut heeft het recht een patiënt te weigeren, bijvoorbeeld wanneer een patiënt weigert mee te werken aan een door de podoposturaal therapeut opgesteld behandelplan e.d. 18. Gewild of ongewild door de patiënt neemt de podoposturaal therapeut op enigerlei wijze kennis van feiten van vertrouwelijke aard. Te allen tijde zal hij dit vertrouwen dienen te respecteren. Er zullen slechts mededelingen aan derden worden gedaan, indien ook maar enigszins mogelijk in overleg met de patiënt, wanneer hij ervan overtuigd is dat de belangen van de patiënt of zijn omgeving hiermee zullen zijn gediend. 19. Afgezien van de wettelijke verplichting, welke uit het verwijzen voortvloeien, is het in het belang van de patiënt steeds zodanig op te treden dat bij de patiënt geen twijfel kan rijzen omtrent de persoon of de deskundigheid van de verwijzer nog omtrent de juistheid van de verwijzing. 20. Indien bij de podoposturaal therapeut twijfel rijst ten aanzien van de juistheid of volledigheid van de verwijzing, stelt hij zich onverwijld daaromtrent in verbinding met de verwijzer voor nader overleg, zonder evenwel de patiënt onnodig te verontrusten. 21. Tevens dient de podoposturaal therapeut zich te onthouden van het verstrekken van informatie aan de patiënt, waarvan hij weet of kan vermoeden dat de verwijzer deze om voor hem moverende redenen niet kenbaar heeft gemaakt. 22. De podoposturaal therapeut zal, indien de patiënt een spoedeisende behandeling nodig heeft, deze wijzen op de vermoedelijke wachttijd. Indien de patiënt niet binnen redelijke termijn in behandeling kan worden genomen, zal de podoposturaal therapeut de betreffende patiënt adviseren om naar een collega – podoposturaal therapeut te gaan. 23. De podoposturaal therapeut is verplicht, indien de patiënt een spoedeisende behandeling nodig heeft, deze in behandeling te nemen. Indien hij daartoe niet bij machte is, dient hij hulp te bieden of aanwijzingen te geven dat de patiënt door een collega wordt geholpen. 24. Op de podoposturaal therapeut berust de plicht om tijdens ziekte of vakantie te zorgen voor waarneming, zodat adequate behandeling van de patiënt is gewaarborgd. Derhalve heeft iedere podoposturaal therapeut de plicht bij ziekte of vakantie van een collega, ongeacht de persoonlijke relatie, zoveel als binnen zijn vermogen ligt, patiënten voor hem te behandelen. 25. Indien het de bedoeling is dat de patiënt behandeld wordt door een stagiair, zal dit in overleg met de patiënt plaatsvinden. De begeleiding van de stagiair dient zodanig direct en met intenties te zijn, dat deze doeltreffend en zeker te werk kan gaan, zodat de patiënt ervan overtuigd kan zijn alle noodzakelijke hulp te krijgen. 26. Indien patiënt een klacht heeft over de behandelprocedure van de podoposturaal therapeut, dient laatstgenoemde te handelen volgens het door het Omni Podo Genootschap voorgeschreven klachtenprotocol. Indien patiënt en behandelaar niet tot overeenstemming kunnen komen, dient de podoposturaal therapeut de cliënt te informeren over de verdere mogelijkheden in deze procedure. Gedragsregels in relatie tot de verwijzer. 27. Als de podoposturaal therapeut behandelt als gevolg van een verwijzing, houdt dat in, dat zijn beroepsmatig handelen t.o.v. de patiënt, altijd plaatsvindt in relatie tot de totale hulpverlening aan de patiënt. 28. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid t.o.v. de patiënt is de podoposturaal therapeut te allen tijde gehouden om met degene die verwijst ofwel met andere hulpverleners, overleg te plegen, indien hij van mening is dat afstemming van gezamenlijke behandeling noodzakelijk is. 29. Indien een verzoek tot behandeling een aanwijzing inhoudt, waarvan de podoposturaal therapeut de uitvoering onverantwoord of niet adequaat acht, zal hij in eerste instantie in overleg met de verwijzer dienen te treden. 30. Indien dit niet tot resultaat leidt en het de podoposturaal therapeut naar eer en geweten niet mogelijk is de behandeling uit te voeren, is hij verplicht de verwijzer hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte te stellen. 31. Verschil in opvatting tussen diverse medici onderling of tussen medicus en podoposturaal therapeut over de behandeling van de patiënt, mag nooit leiden tot wijziging van de behandeling zonder voorafgaand overleg met de verwijzer. 32. De podoposturaal therapeut dient zich te onthouden van het verstrekken van informatie aan de patiënt, waarvan hij weet of kan vermoeden dat de verwijzer deze voor hem moverende redenen niet kenbaar heeft gemaakt. 33. Bij schriftelijke verwijzing van de arts is de podoposturaal therapeut verplicht om na de eerste controle schriftelijk verslag uit te brengen. Dit verslag dient tenminste te omvatten: a. de bevindingen van het podoposturaal therapeutisch onderzoek b. de behandeling (therapiezolen e.o. anders) c. het resultaat d. eventueel advies e.o. bemerkingen Gedragsregels in relatie tot collegae 34. De podoposturaal therapeut zal zich onthouden van het, in het openbaar of ten overstaan van patiënten, uiten van kritiek op collegae. 35. Indien, om welke reden dan ook, een onder behandeling zijnde patiënt aan een collega wordt overgedragen, kan dit pas geschieden na toestemming van de betreffende patiënt en collega. In die situatie dient men er zorg voor te dragen dat de betrokken collega tijdig in het bezit is van alle voor de behandeling noodzakelijke gegevens indien en voor zover de patiënt hiermee instemt. 36. Bij waarneming zal de podoposturaal therapeut zo nauwkeurig mogelijk de aanwijzingen van zijn collega volgen en elke wijziging in de behandeling, welke niet strikt noodzakelijk is, achterwege laten. Hij zal de behandeling alleen wijzigen, indien hij dit in het belang van de patiënt noodzakelijk acht. Van deze wijziging in de behandeling brengt hij zijn collega zo spoedig mogelijk op de hoogte, onder vermelding van de redenen tot wijziging. 37. Uit hoofde van zijn verantwoordelijkheid t.o.v. de patiënt in het algemeen is de podoposturaal therapeut gehouden met degene die verwijst, ofwel met teamgenoten overleg te plegen, teneinde een optimaal behandelingsresultaat te verkrijgen. 38. Waar de podoposturaal therapeut in ruimer teamverband werkzaam is, hetzij met medici, paramedici, danwel beoefenaars van geheel andere beroepen, gelden ten aanzien van teamgenoten vanzelfsprekend dezelfde gedragsregels als t.o.v. collegae. 39. Wanneer de podoposturaal therapeut overtuigd is dat een collega handelt in strijd met de gedragsregels, zal hij dit aan betrokken collega duidelijk maken. Gedragsregels in relatie tot stagiairs 40. Voor zover in overeenstemming met de status van stagiair hebben de gedragsregels voor podoposturaal therapeuten ook op hem betrekking. De begeleidend podoposturaal therapeut dient de stagiair hiervan op de hoogte te stellen. 41. De begeleidend podoposturaal therapeut houdt te allen tijde de eindverantwoordelijkheid voor de behandeling van een patiënt, welke door de stagiair wordt verricht, één en ander onverlet de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de stagiair. 42. De begeleiding dient zodanig te zijn, dat de stagiair doeltreffend en zeker te werk kan gaan. 43. De podoposturaal therapeut mag slechts één stagiair tegelijkertijd begeleiden. 44. De behandeling dient te worden opgeschort, wanneer geen begeleidend podoposturaal therapeut aanwezig is. De stagiair mag in geen geval de plaats van podoposturaal therapeuten innemen. Alkmaar, 3 juni 2008 Terug |
Contact
| Laat een bericht achter |